Bouwmeester Trump

Wat hebben het Supreme Court in Washington, het stationsplein in Poperinge, de Gentse universiteit en het Noord-Koreaanse regime gemeen? Dat er wordt gepronkt met wellicht het meest succesvolle exportproduct van de Grieks-Romeinse oudheid: zuilen met daarboven een driehoekig fronton. Ook Donald J. Trump is weg van klassieke architectuur. Dat blijkt uit een van zijn ultieme executive orders als president. Machthebbers en architectuur, ze zijn sinds de oudheid een onafscheidelijk duo. Bouwmeester Trump

Het Supreme Court (Washington) / Café Moustache (Stationsplein, Poperinge) / Logo U Gent
Theatergebouw (Pyongyang) / Wegwijzer in Tildonk (Haacht) / Thierry Baudet met logo
Huis nabij Leuven / Rechtbank eerste aanleg (Tongeren) / Huis nabij Leuven

Je luistert liever naar de blog? Dat kan hier.

On promoting Beautiful Federal Civic Architecture: het is de ronkende titel van Trumps executive order van 18 december 2020 waartegen de verzamelde Amerikaanse architecten prompt fel van leer trokken. Hun eerbiedwaardige American Institute of Architects voegde er in zijn protest fijntjes aan toe dat ze ernaar uitkijken om samen te werken met president-elect Joe Biden. Lees: om Trumps besluit aan de kant te schuiven.

Dat besluit legt een voorkeursarchitectuur op voor nieuwe federale gebouwen. En die voorkeur van de straks voormalige president gaat naar neoklassieke en andere traditionele architectuur, want dat associeert hij met beautiful – het meest gebruikte woord in zijn executive order – en met civic pride. Ik citeer: ‘Griekse en Romeinse openbare gebouwen werden ontworpen om stevig en nuttig te zijn, en ook om de openbare ruimte te verfraaien en tot burgertrots te inspireren.’ Architecten die niet-traditionele stijlen verkiezen, moeten zich voortaan uitgebreid verantwoorden. Die stijlen worden ook genoemd: modernisme, brutalisme, deconstructivisme. Trumps executive order is dus ook een veroordeling. Deconstructivistische architectuur, die we onder meer kennen van het Guggenheim in Bilbao en de gebouwen van de Brits-Irakese architecte Zaha Hadid, wordt erin geassocieerd met fragmentatie, wanorde, vervorming, scheve geometrie en the appearance of instability. Het grote publiek houdt daar niet van, volgens de immer stabiele Trump. En het grote publiek, dat zijn mensen – ik citeer opnieuw – ‘who are not artists, architects, engineers, art or architecture critics’. Aldus sprak president en vastgoedmagnaat Trump. Geen wonder dat de Amerikaanse architecten zich verslikten.

Hét icoon van de klassieke architectuur zijn zuilen, doorgaans op een verhoog van enkele treden, met daarboven een driehoekig fronton. (De triomfboog en de koepel zijn vermoedelijk een goede tweede en derde.) Op het gevaar af dat u voortaan anders naar de wereld om u heen zult kijken: je vindt de combinatie zuilen-met-fronton o zo vaak terug, in een pure of fel afgezwakte vorm. Als een regelrecht citaat of een vage allusie. De Gentse universiteit maakte er haar logo van, geïnspireerd door haar aula in de Volderstraat en vreemd genoeg met zeven zuilen. Partijleider Thierry Baudet gebruikt het in Nederland om zijn Forum voor Democratie in de markt te zetten. Café Moustache op het Poperingse stationsplein pronkt ermee op zijn eerste verdieping. Veel kans dat ook uw favoriete Griekse restaurant iets doet met zuilen en een fronton en dat er in uw buurt villa’s staan die je betreedt tussen een soort van zuiltjes en onder een frontonnetje. De combinatie is zelfs een symbool geworden om een ‘monument’ tout court aan te duiden.

Er zijn dan ook wereldwijd terugkerende associaties verbonden met het zuilen-met-frontonmotief: het straalt traditie en orde uit, zekere vastheid, regelmaat, stabiliteit. En autoriteit en gezag natuurlijk, zoals Donald J. Trump weet. Law and order. Een van de wonderlijke facetten van de beelden van de bestorming van het oerklassieke Capitool door fans van hem op driekoningendag was de contrastwerking: Vikingachtige barbaren en andere bizar ogende, kleurrijke creaturen bekropen, beklommen en bestormden eventjes het klassieke, witte, statige, klassieke centrum van de macht. Doorgaans lopen daar mannen in een maatpak en vrouwen in een deux-pièce rond. (Dat ‘onze’ zuilen en frontons doorgaans zo stralend maagdelijk wit zijn, is overigens een ferme afwijking van hun kleurige antieke voorbeelden.)

Het is door al die connotaties geen wonder dat je de zuilen-met-fronton vooral aantreft in musea en theater- en operagebouwen, banken en beurzen, gerechtsgebouwen, bibliotheken, villa’s ook (tot op vandaag) en gebouwen van de macht. Er zijn bouwhistorici die beweren dat je het teruggrijpen op klassieke architectuur vooral ziet in postrevolutionaire tijden, als er nood is aan rust. Geen idee of dat klopt. Wel raakte de neoklassieke stijl door het kwalijke gebruik dat figuren als Stalin, Hitler en Mussolini ervan maakten, na de Tweede Wereldoorlog een tijd in diskrediet. Behalve in Noord-Korea: daar stralen beeldbepalende gebouwen uit de jaren 1950 in de hoofdstad Pyongyang nog altijd op ferm klassieke wijze gezag uit.

Reactionairen en revolutionairen, en alles daartussenin: allemaal hebben ze een beroep gedaan op klassieke architectuur. De enen om er hun democratische principes mee te illustreren, anderen om hun dictatoriale neigingen naar law and order in steen hard te maken. Dit is het zoveelste bewijs van de multi-inzetbaarheid van de flexibele oudheid: zij plooit zich gewillig naar onze wensen en verlangens. Naar wat wij ervan willen maken.

Je hebt een idee dat in deze reeks blogs past? Mail het naar Patrick De Rynck.

Reacties

  1. Multi-inzetbaarheid van de OH, prima en heilzaam, maar ook nefast als dit gefixeerd wordt op de zogenaamde Griekse en Romeinse ‘gouden eeuwen’ en gecombineerd wordt met een halsstarrige blindheid voor de baanbrekende culturele invloeden van oosterse beschavingen.

    • Beste Gust,
      U hebt groot gelijk! Nu, in mijn blog ‘registreer’ en beschrijf ik vooral. En ja, dan wordt duidelijk waar men zich op heeft gericht. Maar ik houd je bedenking zeker in gedachten.
      Vriendelijke groet,
      PDR

  2. De vraag is, indien men vandaag een capitool zou moeten bouwen, zou het er dan hetzelfde uitzien. Me dunkt dat het capitool, ooit een nieuwe tijd moest aankondigen, en zijn oorsprong vindt bij een gewone metser uit Vincenza. Net zoals het Witte huis.

Laat een antwoord achter aan Louis van Diessen Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *