HOMO!

‘In tal van plaatsen en tijdperken was homoseksualiteit doodnormaal.’ Dit schreef historicus Joren Vermeersch in een krantencolumn naar aanleiding van de tragische moord in een park in het Oost-Vlaamse Beveren enkele weken geleden. Vermeersch liet zijn algemene uitspraak volgen door een voorbeeld uit het oude Griekenland over een keurkorps van 150 homokoppels in het leger van de stad Thebe. HOMO!

Met dit beeld begint het luik ‘Gay history’ op de website www.planetromeo.com. We zien keizer Hadrianus en zijn veel jongere vriend Antinoüs. Romeo is gevestigd in Amsterdam en Berlijn. De site brengt mannen met elkaar in contact.

Vermeersch is lang niet de eerste die ‘de Griekse liefde’, zoals men homoseksualiteit nog wel eens noemt, ter sprake brengt in de debatten over hoe een samenleving omgaat met de diversiteit in de seksuele identiteit van mensen. Dat gebeurt al zo’n eeuw of vijf, sinds de renaissance. Zeker in de 19de eeuw diende het oude Griekenland als een voorbeeld van emancipatorisch denken over seksualiteit. Hellas werd sindsdien in gay-kringen geïdealiseerd als een soort voorchristelijk aards paradijs, toen ‘zonde’ nog een onbekend begrip was. Dat gebeurt vandaag de dag nog altijd. ‘Sapphische liefde’, genoemd naar de Oudgriekse dichteres Sappho, was en is zo ongeveer de vrouwelijke tegenhanger van de mannelijk getinte ‘Griekse liefde’.

Vermeersch’ uitspraak is een mooi voorbeeld van hoe de oudheid wordt ingezet om hedendaagse standpunten en handelingen een stevige, historische fond te geven: ‘Kijk maar, zelfs de grote filosoof Plato heeft het over het verlangen van mannen naar mannen.’ En dan zie je steeds opnieuw dat die oudheid ook maar een grabbelton is, waar je uithaalt wat in je kraam past. Neem van mij aan dat de normen en waarden rond seksualiteit ook in het oude Griekenland en Rome complex waren: plaats- en tijdgebonden, afhankelijk van sociale klasse, leeftijd en uiteraard geslacht. Een begrip als ‘homoseksualiteit’ – de exclusieve gerichtheid op hetzelfde geslacht – was er onbekend. Het woord is een uitvinding van de 19de eeuw: het is half Grieks – ‘omoios’ betekent ‘gelijk, dezelfde’ – en half Latijn: ‘sexus’ staat voor ‘geslacht’. Je kunt ook gerust stellen dat, de hele oudheid door, seks tussen volwassen mensen van dezelfde leeftijd en sekse not done was. Het werd gretig bespot. Met name de vermeend passieve mannelijke bedgenoot was de risee. Een politicus die van passiviteit werd ‘beticht’, die kon het doorgaans schudden. Daar ging je naam en faam in zo’n geval.

Recent passeerden de iden van maart de kalender, de 15de maart, de dag waarop Julius Caesar in Rome werd vermoord. ‘Een beroemd slachtoffer van gaybashing’: het is een actualiserende omschrijving van Caesar in het recente boek Roma intima, over liefde, lijf en lust in het oude Rome. Dat is misschien wat sterk uitgedrukt als je bedenkt wat zo’n term in onze tijd jammer genoeg allemaal kan betekenen. Caesar is voor zover bekend niet om seksuele motieven vermoord, maar wat zeker wel klopt, is dat hij al in zijn tijd stevig werd aangepakt voor zijn zogenaamde zedeloosheid, impudicitia. ‘De man van alle vrouwen en de vrouw van alle mannen’, luidde het bijvoorbeeld. Vooral het tweede deel van de omschrijving, de vrouw van alle mannen, was in Romeinse ogen bijzonder vernederend. Ook de dichter Catullus, een tijdgenoot van Caesar, beschimpt hem in die zin. Zoals ik al zei: in het oude Rome was niet het onderscheid homo-hetero van tel, wel de kwestie of je als man de penetrerende, actieve partner was in sexualibus. En of je als vrouw trouw was aan je man, dat zeker ook.

Terug naar het begin van mijn verhaal: het is van alle tijden dat mensen uit al die tijden hun eigen normen en waarden op de oudheid projecteren of zelfs baseren. Maar oude Grieken en Romeinen zouden vreemd opkijken als ze zich zouden horen ophemelen als voorbeelden van vrij denken over seksualiteit. Het enige wat je kunt beweren is dat ze er volstrekt anders over dachten. Dat proberen te begrijpen is een hele opgave, maar het helpt ons om een eenzijdig zwart-witdenken te vermijden. En verder moeten we nederig erkennen dat we o zo veel ook niet weten. Een laatste voorbeeld: als de befaamde Atheense politicus Perikles in de vijfde eeuw voor Christus zogenaamde knapenliefde, relaties van volwassen mannen met jonge jongens, afwijst, vertolkt hij dan de mening van de massa, de silent majority? We weten het niet. Was de veelbesproken Oudgriekse knapenliefde vooral een fijne bezigheid voor fijne lieden uit de hogere klassen? Het kan.

 

Triggers voor deze blog: de iden van maart, de dag waarop Caesar werd vermoord. Die datum viel dit jaar samen met de commotie over de moord in het Beverse park. En ook met het Vaticaanse document van de Congregatie van de Geloofsleer over zondige homoseksuele huwelijken.

Boek: Bert Gevaert & Johan Mattelaer, ‘Roma intima. Liefde, lijf en lust’, Sterck & De Vreese, 2020.

Je hebt een idee dat in deze reeks blogs past? Mail het naar Patrick De Rynck.

Reacties

Laat een antwoord achter aan Luc De Brant Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *