GIJ ZULT GEEN DIEREN DODEN

Zopas heeft de Vlaamse regering de nieuwe codex Dierenwelzijn goedgekeurd. Dieren mogen voortaan alleen nog gedood worden uit noodzaak, niet uit gewoonte of traditie. Maar wat heeft dát met deze oudheidblog te maken? Ik hoor het je van hier vragen. Lees of luister vooral voort.

GIJ ZULT GEEN DIEREN DODEN

Dierenfiguurtjes, Tongeren, brons, 50-200 n.Chr. Hoogte, 2,8 tot 4 cm. Hoort het bij de verheerlijking van het platteland zoals we die van de Romeinen kennen? Of verwijst het naar een dierenoffer?

Levende visjes opslokken en doorslikken, samen met een beker wijn: het is in het Oost-Vlaamse Geraardsbergen een traditie. We hebben het hier zelfs over Unesco Werelderfgoed. En toch is dit lokale gebruik ten dode opgeschreven, net als andere praktijken met dieren. Het zal niet langer mogen in Vlaanderen, zoals het onverdoofd slachten van dieren, wilde dieren in circussen laten optreden, pelsdieren kweken om hun pels en het onder dwang voederen van ganzen met het oog op de lekkernij foie gras. Tot begin 19de eeuw werden er zelfs levende katten van de Ieperse Lakenhallen gegooid. Erfgoed evolueert nu eenmaal, inderdaad.

Waarom mag anno 2024 allemaal niet meer? Omdat dieren levende wezens zijn met gevoelens. Dat is voortaan het grote uitgangspunt. Tot enkele generaties geleden was het voor veel mensen in het Westen een belachelijke gedachte. Maar 2000 jaar geleden was het wél denkbaar. Pas op, je hoort mij hier niet beweren dat de oudheid een paradijs was voor dieren, verre van – denk alleen al aan de wreedaardige gevechten van gladiatoren en dieren – maar de gedachte dat dieren emoties hebben en dat ze nauw met ons, mensen, verwant zijn, kon je toen wel al horen bij hier en daar een filosoof. Dit schreef bijvoorbeeld Porfyrios, die leefde in de 3de eeuw n.Chr.: ‘Dieren zijn rationele wezens; bij de meesten is de logos niet perfect, maar hij ontbreekt zeker niet. Waarom zou rechtvaardigheid dan geen betrekking hebben op dieren?’ Einde citaat. Dieren moeten rechtvaardig behandeld worden: het is een gedachte die in de huidige discussies rond dierenrechten, dierenwelzijn en de ethiek daaromheen ook hoorbaar is. Zo zijn er pleidooien om dieren voor een rechtbank processen te kunnen laten aanspannen tegen mensen, bijvoorbeeld wegens misbruik, uiteraard bij monde van een mensenadvocaat, dat spreekt.

Ik ga nog een stap verder. Ook vegetarisme werd in de oudheid door sommigen verdedigd, gepredikt en gepraktiseerd, onder meer op basis van ethische argumenten. Maar ook om andere redenen: zo was de filosoof Pythagoras een vegetariër omdat hij geloofde in zielsverhuizing. Hierdoor is in de natuur alles en iedereen met alles en iedereen verbonden. Wie dierenvlees eet, loopt de kans dat hij een verwante ziel opvreet. Dat wil je niet op je geweten hebben. Misschien haalde Pythagoras zijn inspiratie onder meer uit India.

Maar het is een andere antieke stroming die het gehaald heeft, onder meer ook onder invloed van het christendom. Dat plaatst de mens aan de top van de natuur: wij zijn geschapen naar Gods beeld en gelijkenis. De rest is daaraan ondergeschikt.

Deksel met jachtscène
Deksel met jachtscène, Tongeren (Lauw), aardewerk, 100-200 n.Chr. Diameter: 14 cm. Dit (geverfde) deksel toont een jachtscène: een hond rent achter een hert en een hinde aan. 

Het lijkt erop dat we ons na zo’n eeuw of twintig over dat fundamentele uitgangspunt aan het bezinnen zijn.

Je hebt een idee dat in deze reeks blogs past? Mail het naar Patrick De Rynck.

Meer over de oudheid in jouw leven? Check www.hic-nunc.be

Reacties

  1. Bravo! Dat we wat dierenwelzijn betreft vooruitgang boeken en zelfs van de oudheid nog kunnen leren is heel boeiend.

  2. Mani, de profeet van de Manicheeërs gaat nog een stapje verder. In zijn lautobiografie, zo’n 20 jaar gleden teruggevonde in een mini-doces lees je het volgende :

    Eén van de leiders van hun wet sprak met mij toen hij zag dat ik geen groenten nam uit de tuin, maar ze vroeg aan hem als een aalmoes. Hij zei :”Waarom neem je geen groenten uit de tuin, maar vraag je ze aan mij als een aalmoes?” En nadat de doper dit aan mij gezegd had – – -10. En de plant weende en klaagde net zoals mensen en hun kinderen. Helaas, helaas. Bloed vloeide uit de plaats waar het was afgesneden met een sikkel die hij in zijn handen hield. En ze riepen uit met een menselijke stem wegens de slagen. De doper was heel geschokt door wat hij zag en hij kwam en viel neer voor mij.

    Planten kunnen dus ook pijn hebben en je mag ze dus niet kwetsen of doden. De electi, de hoogste klasse van de Manicheërs, moeten dus hun voedsel krijgen als aalmoes, zoals ook augustinus schrijft (en die kan het weten, want hij was zelf Manicheeër voor hij zich bekeerde):
    Ik werd zelf nog meer belachelijk in uw ogen, omdat ik geleidelijk, beetje bij beetje, meegesleept werd in zulke dwaasheid dat ik geloofde dat vijgen wenen als ze worden geplukt en dat de vijgeboom, de moeder van de vijgen, melktranen stort. En als een “heilige” deze vijg eet, geplukt door een andere man en niet door zijn eigen zondige daad, dan zou hij het in zijn darmen verwerken en engelen uitademen daarvan; zelfs kleine stukjes van God waren opgesloten in die vrucht tenzij ze werden bevrijd door de tanden van de electi. Jammer genoeg geloofde ik toen dat men medelijden moest hebben met de vruchten van de aarde eerder dan met de mensen voor wie ze werden geproduceerd. Want als een hongerig man, die geen Manicheeër was, zou voedsel vragen en als men het hem zou geven, dan zou ik hebben geloofd dat die hap voorbestemd was tot de doodstraf.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *