KOKEN VOOR DE DODEN

Soms duiken oude gedachten, ideeën en praktijken op, op plaatsen waar je ze niet meteen verwacht. Jeroen Meus, die ken je ongetwijfeld. De sympathieke Leuvense kok is voor een nieuw programma op reis geweest. En hij zag op zijn reizen wonderlijke dingen. KOKEN VOOR DE DODEN

Foto Jeroen Meus

In een recent interview heeft Jeroen Meus het over waardevolle rouwgebruiken die hij op die reizen van hem heeft leren kennen, bijvoorbeeld in Georgië. Sinds de dood van zijn broer is Jeroen gevoelig voor rituelen in verband met de dood. Ik citeer hem: ‘In Georgië ontmoette ik een vrouw die haar man en haar zoon heeft verloren, maar nog elke vrijdag halva voor hen maakt, populair suikergoed in de regio. Veel Georgiërs geloven dat de overledenen nog elke vrijdag op bezoek komen in het huis. Ik vind dat een prachtige gedachte.’ […] En ook: ‘Ik was vroeger al gefascineerd door culturen waarin ze de doden op eten trakteren. Waarin er offers gebracht worden of de gestorvenen met veel schotels het graf ingaan, zoals bij de oude Egyptenaren. Er zit een grote schoonheid in dat soort rituelen, en er gaat iets heel troostends van uit. Wij doen dat hier niet. Ik geloof dat we daar te zakelijk voor zijn, te nuchter.’ Einde citaat.

Ik reis met jullie van Jeroen Meus’ huidige Georgië en van bij zijn oude Egyptenaren recht naar het Limburgse plaatsje Gutschoven, en zo naar de collectie van het Gallo-Romeins Museum. In Gutschoven ontdekten medewerkers van het museum in 1985 een tumulus, een grafheuvel waarvan plunderaars het graf blijkbaar over het hoofd hadden gezien. Er was een vrouw in begraven die bij haar dood ongeveer dertig moet zijn geworden, rond het jaar 100, en die was gecremeerd. Zij kreeg in haar donkere graf een olielamp mee, maar vooral: ze kreeg in datzelfde graf ook een heus eet- en drinkservies mee, met borden en kommetjes in stralende terra sigillata uit Zuid-Frankrijk, drie bekers, een kruik en een glazen kan. Samen zijn ze goed voor negentien stuks. Je kunt ze bewonderen in de museumcollectie in Tongeren.

De vondsten uit het Tumulus-graf van Gutshoven (100 – 120 n.Chr.)
De vondsten uit het Tumulus-graf van Gutshoven (100 – 120 n.Chr.)

En met dat servies beland ik weer bij onze kok Jeroen. Want de onderdelen van dat Gutschovense servies bleken niet leeg te zijn: er was nog voedsel in bewaard gebleven! Beenderen van kippen, de kop van een speenvarken, varkenskoteletten en ook nog een kippennek. En verder vonden de archeologen er ook sporen van haas, geit en/of schaap. Vermoedelijk kreeg de jonge vrouw een portie mee van het maal dat bij haar begrafenis werd gehouden. One for the road, om het wat oneerbiedig te zeggen.

Meer hoeft dat niet te zijn om er een blog aan te wijden. Over een Vlaamse tv-kok die door een persoonlijk drama nog gevoeliger is geworden voor gebruiken die stokoud blijken te zijn en die hem al langer fascineerden. En die dan bovendien ook nog eens direct verband houden met wat hijzelf in het aardse leven is gaan doen: koken. Eten maken voor mensen. Dood of levend, mogen we daar nu aan toevoegen. Ik vind dat een prachtige gedachte.

Je hebt een idee dat in deze reeks blogs past? Mail het naar Patrick De Rynck.

Meer over de oudheid in jouw leven? Check www.hic-nunc.be

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *